De oude methode

Met het aanmaken van het creditdeel van de boeking (de afboeking voor de oude contractsituatie) werd gebruik gemaakt van de laatst definitieve versie van de verzekering. De in deze versie aanwezige dekking(en), korting, verdeling, beloning, verzekeraar, agent en tarief werd(en) gebruikt voor het gehele creditdeel van de boeking, ongeacht het tijdvak dat door de mutatie werd bestreken. Met een wijzigingsdatum die iets verder terug gaat in het verleden, of een wijzigingsdatum net vóór de kort geleden verstreken hoofdvervaldatum, kunnen echter ook andere versies van de verzekering worden geraakt. Deze andere versies hebben dan mogelijk andere dekkingen, korting, verdeling, beloning, verzekeraar, agent of premie in zich, die dan voor het creditdeel hadden moeten worden gebruikt.

Met het aanmaken van het debetdeel van de boeking (de opboeking voor de nieuwe contractsituatie) wordt (terecht) gebruikgemaakt van de dekkingen die in de nieuwe contractsituatie aanwezig zijn. De premie in deze dekkingen wordt echter berekend voordat de suppletie wordt berekend en is gebaseerd op de ingegeven waarde bij Tariefdatum (aanvangsdatum, wijzigingsdatum, laatste hoofdvervaldatum). Ook hier geldt dan weer dat, met een wijzigingsdatum die iets verder terug gaat in het verleden, een onjuiste berekening voor de suppletie kon ontstaan. De premie in de dekkingen is gebaseerd op één en dezelfde tariefdatum, terwijl de periode van de mutatie mogelijk over verschillende tariefdatums heen gaat.